Niet alleen voor volwassen is bewegen gezond, juist ook voor kleine mensjes is regelmatig bewegen goed voor de motorische ontwikkeling. Door vaak samen met je baby op veel verschillende manieren te bewegen, help je je kind zich spelenderwijs allerlei bewegingen eigen te maken die zinvol zijn voor de zogenoemde grove motoriek van het hele lichaam.
De fijne motoriek van bijvoorbeeld de vingers komt later, wanneer je kind leert schrijven en veters vastmaken. Alhoewel de eerste pogingen daartoe al veel eerder in het jonge leven van je kind beginnen, wanneer het in de box een speeltje probeert te grijpen of tijdens de kruiptochten over de vloer een pluisje of kruimeltje tracht op te pakken.
Babyzwemmen
Een goede en plezierige manier om de grove motoriek te oefenen is babyzwemmen. In veel openbare zwembaden wordt een of meer keren in de week een uur babyzwemmen onder begeleiding aangeboden. Hiermee kun je al beginnen als je baby nog maar zes weken oud is. De meeste baby’s vinden zwemmen (in warm water) heerlijk. Ze hebben zich immers meerdere maanden in comfortabel ‘badwater’ gekoesterd.
Ook voor je zelf is zwemmen met je baby in je armen heerlijk ontspannend. Bovendien ontmoet je op een gezellige, en tegelijkertijd nuttige manier andere moeders met jonge baby’s. Als je samen actief bezig bent met je baby is het na afloop ook makkelijker ervaringen over andere (baby)zaken uit te wisselen.
Babymassage en babygym
Naast babyzwemmen zijn ook babymassage en babygym zijn uitstekende manieren om het lijfje van je baby beter te leren kennen. Je leert bovendien meer over het karakter en de voorkeuren van je kind. Wat vindt het lekker, en wat juist niet, wat kun je doen om het te beschermen of te troosten. Kortom, lichamelijk contact leidt snel tot de versterking van de onderlinge band.
Baby massage en/of babygym wordt vaak via het consultatiebureau aangeboden. Meestal vind je op het informatiebord wel een advertentie van een gespecialiseerde en hiervoor opgeleide babymasseuse of van een bewegings/phyisotherapeut. En anders kun je natuurlijk internet of de gele gids raadplegen.
Is je baby niet je eerste kindje, dan is het raadzaam voor de oudste een oppas te regelen, want het zwemmen en de massage zijn niet te combineren met aandacht voor ook nog een tweede, zelfstandig kind dat op avontuur uit wil. En je wilt je juist graag exclusief concentreren op het nieuwe baby’tje.
Buiten bewegen
Ben je de eerste babyfase voorbij dan wordt het tijd voor bewegen in de speeltuin. Naar de speeltuin gaan is een gezellig uitstapje in de buurt voor kinderen vanaf anderhalf jaar. In de speeltuin beweeg je op allerlei manieren op een spannende manier, leer je ook durven en je angsten te overwinnen. Steeds een stukje hoger op de schommel, of sneller in dat enge draaigeval.
Maar niet alleen voor de uitbreiding van de bewegingsvaardigheden is de speeltuin een geschikte bestemming. Een speeltuin betekent ook heerlijk spelen in de buitenlucht en leren omgaan met de andere kinderen. Wachten op je beurt tot de schommel vrij is, of juist na een tijdje de wip aan iemand anders geven. Of vragen of iemand samen met jou op de wip wil. De meeste kinderen komen moe maar voldaan terug van een trip naar de speeltuin. En … ook voor vaders is het leuk om met hun kind naar de speeltuin te gaan en het uit te dagen van het klimrek in hun veilige armen te springen.
De zandbak blijft ook leuk natuurlijk, maar dan meer voor de fijne motoriek, scheppen en zandtaartjes maken. Delen van de emmertjes leren ze hier ook trouwens spelenderwijs, en opkomen voor zichzelf als een ander kind het favoriete schepje afpakt of per ongeluk op het net voltooide kasteel gaat staan.
Als je op een rustig woonerf woont, kan je kind (onder begeleiding) al op jonge leeftijd (ook bij ongeveer anderhalf jaar oud) met een loopkar/auto of en later op een stepje of driewieler op avontuur in de buurt gaan.
Binnen bewegen
Is het slecht weer en kun je niet naar buiten dan is het dansen of bewegen op muziek een prima alternatief. ‘Hoofd, schouders, knie en teen’ De tekst van dit liedje vind je wel op internet. Je raakt de lichaamsdelen waarover je zingt aan met je handen. Als je tegenover je kind staat, kan het jouw bewegingen als voorbeeld nemen. Je kunt ook eens onverwachts een rondje tussendoor maken waarbij het de bedoeling is dat je kind meteen reageert en jou nadoet. Goed voor het improvisatievermogen, net als af ten toe een lichaamsdeel overslaan in je zang. Weet je kind dan nog welk lichaamsdeel aan de beurt is?
Veel plezier samen!