Elk kind leert in zijn eigen tempo. Dit gaat ook op voor het leren lopen. Als je kind eenmaal goed kan staan, is hij vaak klaar voor de volgende uitdaging: de eerste stapjes.
Tempo
Het tempo waarin je kind leert lopen zegt niets over zijn fysieke vaardigheden of intelligentie. Het is dan ook vaak niet nodig om je zorgen te maken als leeftijdsgenootjes al rondstappen, maar jouw kleine nog niet. Je kind is dan vaak nog niet zo geïnteresseerd in die manier van bewegen.
Leren lopen
In het leren lopen zijn verschillende fasen te onderscheiden. Veruit de meeste kinderen doorlopen de stadia in onderstaande volgorde. Per kind kan het wel sterk wisselen hoe lang hij over elke fase doet. De verschillende fasen:
Het langs objecten lopen;
Je kind trekt zich aan een object op en schuifelt daarna voorzichtig langs de rand. Hij houdt zich stevig met zijn handjes vast en plaatst tegelijkertijd zijn handjes en voetjes. Hij leert zijn gewicht op zijn voeten te plaatsen en durft zijn handen over elkaar te verplaatsen. Hierdoor ontstaan kleine momenten waarop hij alleen op zijn voeten steunt en zelfstandig staat.
Het overbruggen van afstanden;
Als je kind goed langs objecten kan lopen, zal hij proberen kleine afstanden te gaan overbruggen. Vaak zorgt hij er in het begin nog wel voor dat hij zich met één handje kan vasthouden. Daarna zal hij ook iets grotere afstanden gaan overbruggen waarbij hij met losse handen een stapje maakt.
Het zelfstandig lopen;
Dit is de laatste fase. In deze fase wordt de afstand tussen de objecten steeds groter en zet je kind steeds meer losse stapjes. Uiteindelijk zal hij zelfstandig een lege ruimte overbruggen. Hierna kan je kind gaan werken aan zijn coördinatie en evenwicht. Hij leert te bukken en iets op te pakken, oefent met het achteruitlopen en leert uiteindelijk zelfs springen en rennen.