Een baby kan zich de eerste maanden alleen uiten door te huilen. Maar de snelheid waarmee de taalvaardigheid wordt ontwikkeld is ongelooflijk. In vier jaar tijd leert een kind praten.
Murmelen en brabbelen
Een kind zal na ongeveer drie maanden beginnen met murmelen en brabbelen. Dit is aangeboren. Maar om van deze geluidjes echt gesproken taal te maken zal je kind gaan imiteren. Je kindje vindt het prachtig wanneer je een reactie geeft op zijn gebrabbel. Dit motiveert hem alleen maar om nog meer geluiden te maken.
Imiteren
Veel ouders gaan een beetje zangerig tegen hun kindje terug praten. Hun zinnen zijn vaak kort en soms herhalen ze zelfs de zinnen van hun baby. Wanneer je kind ‘papa lief’ zegt reageer dan met ‘Ja, papa is lief’. Op deze manier leert je kindje goed te praten, zonder dat hij het idee heeft steeds verbeterd te worden.
Bij jonge zuigelingen is het niet erg om korte zinnen te gebruiken en nadrukkelijk en langzaam te praten. Je kind kan hierdoor wennen aan de klanken en woorden. Maar wanneer je kindje ouder is dan een half jaar is het belangrijk om met een ‘normale stem’ te praten. Je baby gaat jou namelijk nadoen. Probeer tijdens het praten veel nieuwe woorden te gebruiken.
Eerste woordje
De meeste kinderen zullen tussen de tiende en veertiende maand hun eerste woordje doelbewust uitspreken. Maar er zijn kinderen die al voor de tiende maand hun eerste woordje uitspreken. In de meeste gevallen is dit: papa, mama of bijvoorbeeld hond. Maak je geen zorgen als je kind wat later is met zijn eerste woordje.
Een kind van 15 maanden beschikt over ongeveer negentien woorden. Een kind van twee jaar beschikt over twee- tot driehonderd woorden. Toch verschilt dit per kind. Het ene kind leert nu eenmaal sneller praten dan het andere kind.
Spreekt je kindje rond het tweede levensjaar nog geen herkenbaar woordje uit dan kun je eens contact opnemen met iemand van het consultatiebureau. Het kan goed dat je kindje iets minder geïnteresseerd is in het communiceren en kruipen en lopen veel leuker vindt.