Een baby bekijkt de eerste maanden de wereld vanuit
een ‘ongewoon’ gezichtspunt. De kleine ligt de meeste tijd op zijn rug en kijkt
naar het plafond of de lucht. Alleen als hij wordt opgepakt ziet hij de wereld opeens
op een andere manier.
Maar langzaam worden zijn nekspieren sterker en probeert hij rechtop te zitten.
Dit zal niet gelijk lukken. Met wat hulp lukt het hem op rechtop te zitten.
Wordt hij losgelaten, dan zal hij weer snel omvallen.
Na ongeveer drie maanden heeft de kleine de zithouding ontdekt. Dit is ook het
moment waarop de spieren al een stuk sterker zijn geworden. Toch moet dan ook
nog het evenwichtsgevoel mee werken. De komende periode zal hij met twee handen
voor zich zijn lichaam in evenwicht houden. Totdat hij zonder
handen zijn evenwicht kan bewaren.
Na ongeveer vier tot zeven maanden kunnen de meeste baby’s rechtop zitten, zonder
dat ze hulp krijgen of met twee handen hun lichaam in evenwicht moeten houden. Raak niet ongerust als jouw kindje dat nog niet kan. Er zijn ook baby’s die na acht
maanden zelfstandig kunnen zitten. Langzaam gaat hij nu de wereld om zich heen
ontdekken en ontdekt hij een nieuwe fase: het kruipen.