Veel kinderen in de leeftijd van drie tot vier jaar hebben last van angsten in het donker. Door hun sterke verbeeldingskracht stellen zij zichzelf allemaal gevaren voor. Ze kunnen maar moeilijk onderscheiden wat echt is en wat niet.
Angst
Veel kinderen van deze leeftijd angst voor het donker. Schaduwen en geluiden groeien voor je kind al snel uit tot levensgevaarlijke monsters.
Het belangrijkste is om de angst van je zoon of dochter serieus te nemen. Zorg dat je kind je vertelt wat er zo eng is. Stel je begripvol op en zeg dat je zeker weet dat hem of haar niets zal gebeuren. Wat ook goed kan helpen is het verjagen van de monsters. Maak grote gebaren en praat met duidelijk stem. Jaag de monsters uit het huis en verbied ze om ooit weer terug te komen. Dit kan alleen problemen opleveren als je kind bij iemand anders slaapt. Waarschijnlijk vertrouwt je kind er dan niet op dat de ander ook de monsters kan verjagen. Om deze reden kan je er ook voor kiezen om je kind te vertellen dat monsters niet bestaan en zo de angst aan te pakken.
Er zijn een aantal dingen die je kan doen om de angst te voorkomen. Zorg voor positieve beelden gedurende de dag. Kijk dus geen griezelfilms of lees enge verhalen. Haal zoveel mogelijke spanningen weg. Zorg voor een nachtlampje zodat het niet helemaal donker is. Deze kleine aanpassingen kunnen de angst voor een groot deel al wegnemen en je kind rustig laten slapen.