Fietsen met je baby

Fietsen is oer-hollands en met de kleine erbij reuze gezellig. Zodra je kindje kan zitten, kan hij mee op de fiets.

Zelfstandig zitten
Een baby kan vaak tussen de zes en negen maanden zelfstandig zitten. Dit is het moment waarop de kleine mee kan op de fiets. Kan je kindje nog niet zelfstandig zitten dan kun je beter wachten. De rug- en nekspieren van je baby zijn nog niet voldoende ontwikkeld waardoor ze nog niet goed tegen het gehobbel kunnen. Als je baby nog niet kan zitten kun je je kind vervoeren in een bakfiets. Ook zijn er systemen op de markt waarmee je het autostoeltje van je baby op je fiets kunt bevestigen.

Fietsstoeltje
Er zijn verschillende soorten fietsstoeltjes verkrijgbaar. Zorg ervoor dat je een zitje aanschaft die voldoet aan de Europese veiligheidsnormen. Je herkent deze aan het keurmerk EN14344. Laat je in de winkel adviseren. Een voorzitje is bedoeld voor kinderen tot drie jaar. Daarna kan je kindje op een zitje achterop de fiets. Kinderen tot vijf jaar kunnen in een zitje achterop worden vervoerd. Neem je kind mee als je een fiets en/of een fietszitje gaat kopen. Er zijn ook speciale moederfietsen te koop. Deze fietsen zijn praktisch door een frame met een lage instap. Bovendien beschikken de fietsen over een stuurstabilisator, een dubbele standaard en een breder stuur.

Veiligheidtips
-Zorg ervoor dat de fiets niet kan omvallen als je de kleine op de fiets tilt.
-Plaats spaakbeschermers bij het voorwiel.
-Neem je kind NOOIT mee in een draagdoek of draagzak op de fiets.
-Zorg ervoor dat je fiets stevig is. Monteer geen voorzitje op een racefiets.
-Maak je baby in het zitje altijd vast met de gordels.
-Blijf gedurende het fietsen goed op je kindje letten.
-Probeer trillingen en schokken te voorkomen.
-Fiets niet te lang met je baby. Een fietstocht is vermoeiend voor de kleine. Fiets net zo lang als je kindje los kan zitten.
-Zet een helm bij je kindje op.
-Zing vrolijke liedjes op de fiets. Babyvandaag heeft een paar tips:

De leukste en bekendste kinderliedjes voor op de fiets:

• Klap eens in je handjes
• Op een grote paddenstoel
• Alle eendjes zwemmen in het water
• In de maneschijn
• Grote blokken
• Rijen, rijen, rijen in een wagentje
• ‘k Zag twee beren
• Altijd is kortjakje ziek
• Berend botje
• Een, twee, drie, vier hoedje van
• Hansje Pansje kevertje
• Ozewiezewoze