Je kindje heeft na ongeveer zes maanden niet meer genoeg aan borstvoeding of de fles. Dit betekent dat je naast borst- of flesvoeding ook vaste voeding aan je baby moet geven. Het zal nog geen vervanging voor melk zijn. De kleine moet eerst wennen aan het nieuwe vaste voedsel.
Wanneer weet je of je kindje klaar is voor vast voedsel?
In de meeste gevallen heeft een kindje na zes maanden niet meer genoeg aan alleen borst- of flesvoeding. Het is verstandig om op een aantal lichamelijke kenmerken van je kindje te letten voordat je over gaat op vaste voeding. Misschien is de kleine al iets eerder toe aan bijvoeding. Begin niet eerder dan vier maanden met het geven van bijvoeding.
1. Kan je kindje goed rechtop zitten?
2. Kan je kindje voorwerpen doelbewust en met enige precisie oppakken?
3. Heeft de kleine interesse in wat jij eet?
4. Maakt de kleine smakgeluiden en hapbewegingen?
5. Merk je dat je kindje honger heeft terwijl je voldoende bost- of flesvoeding hebt gegeven?
Na ongeveer zes maanden krijgt je kindje meer behoefte aan meer calorieën en meer ijzer. Door middel van bijvoeding wordt deze behoefte vervuld.
Bijvoeding kan onderverdeeld worden in fruit, groente, pap en drinken. Je kunt ook bijvoeding uit een potje geven. Over de kwaliteit van voeding uit een potje hoef je je geen zorgen te maken. Potjesvoeding wordt streng gecontroleerd.
Wanneer je kindje één jaar is kan hij of zij met de rest van het gezin mee-eten. Zorg voor regelmaat en variatie. Het is belangrijk dat je je kindje leert om op vaste tijdstippen te eten. Een gevarieerde voeding zorgt ervoor dat de kleine voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt.