Moedermelk bevat alles wat je baby nodig heeft en tijdens het voeden bouwen jullie een warme band op met elkaar. In principe kan elke vrouw borstvoeding geven. Meer dan twee borsten heb je niet nodig! Toch gaat borstvoeding geven soms niet helemaal vanzelf. Dat komt omdat je het wel moet leren. Er zijn bepaalde handigheidjes en trucjes die je kunt toepassen zodat het aanleggen steeds beter gaat.
Als je kindje flesvoeding krijgt kun je in de eerste zes maanden hem het beste volledige zuigelingenvoeding geven. Na een half jaar kun je overgaan op opvolgmelk. De voedingsbehoefte van een baby verandert na zes maanden. De kleine is dan flink gegroeid en wordt steeds actiever
Zodra je kindje zes maanden oud is mag hij meer dan alleen melk. Langzaam ontdekt je kindje nieuwe smaken. En nog belangrijker: hij leert ze waarderen. Natuurlijk niet gelijk. Alles wat in het begin anders smaakt dan moedermelk of flesvoeding vindt de kleine niet lekker. Maar na vijf tot tien keer proeven leert hij het dan eindelijk te waarderen.
In ons land is ongeveer een kwart van de volwassenen te zwaar. En bij kinderen is dit ongeveer vijftien procent. Bij beiden is te weinig beweging en verkeerd eten voor een groot gedeelte de boosdoener. De voedselvoorkeuren van je kindje wordt bepaald door de invloed vanuit zijn omgeving en van opvoeding die hij krijgt. De behoefte aan zoetigheid is dus aangeboren, maar hoe je hiermee om wilt gaan is aan jou.
Het is zover. Je kindje krijgt een gewone beker om uit te drinken. Veel ouders beginnen hiermee als de kleine tussen de zes en acht maanden oud is. Het drinken uit een gewone drinkbeker is goed voor de ontwikkeling van de mondspieren en de ontwikkeling van spraak- en taal.
Het geven van borstvoeding is niet altijd even makkelijk. Soms lukt het gewoon niet. Misschien is je baby aan de borst te slaperig om goed te drinken, zijn je tepels te pijnlijk, maakt je baby de verkeerde tongbeweging of weigert hij om wat voor reden dan ook de borst. In dat geval kan vingervoeden helpen. Maar wat is vingervoeden? En hoe werkt het?
Je geeft borstvoeding aan je kindje, maar binnenkort is je verlof voorbij en begin je weer met werken. Om een voorraad moedermelk in huis te hebben kun je moedermelk afkolven. De oppas, je man of de leidesters van een kinderdagverblijf kunnen de afgekolfde melk in een flesje aan je kindje geven. Maar heb je het recht om tijdens werktijd te kolven?
Na zes maanden kun je overgaan op opvolgmelk. Deze opvolgmelk is een goede basis voor de papvoedingen die in het tweede halfjaar een belangrijk deel van de babyvoeding uitmaakt.
Als je baby ongeveer zes maanden oud is kun je je baby leren drinken uit een tuitbeker. Laat je baby af en toe wat melk drinken uit een tuitbeker. Natuurlijk betekent dit niet dat je moet stoppen met bost- of flesvoeding, maar je baby kan zo langzaam wennen aan het idee dat melk ook in een tuitbeker kan worden aangeboden.