Na ongeveer zes maanden heeft je baby niet meer genoeg aan borst- of flesvoeding. Dit houdt in dat je naast borst- of flesvoeding ook vaste voeding aan je baby moet geven.
In het artikel ‘Het eerste babyhapje’ lees je wanneer je kindje klaar is voor vast voedsel.
Wij geven je een aantal tips om je baby goed te leren eten:
1. Je baby eet makkelijker van een plat lepeltje dan van een bolle lepel.
2. Kies voor babyservies. Deze hebben vaak opvallende kleuren, bijzondere vormen en soms zelfs geluid. Bovendien zijn ze gemaakt van zacht materiaal.
3. Probeer de lepel horizontaal in de mond van je kindje te brengen. Met een beetje druk op de tong. Na een paar weken zal het moeiteloos gaan.
4. Kies voor de eerste bijvoeding voor gepureerd fruit of groenten.
5. Kies voor groenten met een neutrale, zachte smaak. Bijvoorbeeld: bloemkool, broccoli, sperziebonen, worteltjes, doperwten of komkommer.
6. Kies voor fruit met een neutrale smaak, zoals banaan, perzik, appel of een peer.
7. Probeer je baby zelf de lepel vast te laten pakken. Beloon je baby als het goed gaat. Dit stimuleert hem om zelfstandig te eten.
Na ongeveer zeven à acht maanden kun je overgaan op grover voedsel. Denk aan brood zonder korstjes. Wanneer je kindje meer tandjes krijgt kun je voedsel geven waar de kleine op moet leren kauwen.