Vijf feiten en fabels op een rij over zwangerschap en bevallen.
1. Borstvoeding is een goede anticonceptie
Fabel. Borstvoeding is geen goede anticonceptie. De kans dat je zwanger wordt als je borstvoeding geeft is wel kleiner. Let er op dat het gebruik van de pil in combinatie met het geven borstvoeding wordt afgeraden
2. Seks tijdens de zwangerschap is gevaarlijk
Fabel. Je baby zit veilig in de baarmoeder, dus seks tijdens de zwangerschap is niet gevaarlijk. Wel wordt de kans op een infectie groter als je seks hebt en je vliezen zijn al gebroken. Je kunt dan dus beter geen seks hebben.
3. Zwangere vrouwen mogen niet alles eten
Feit. Bij een zwangerschap zijn sommige voedselinfectie extra gevaarlijk. Eet tijdens je zwangerschap daarom geen: rauw vlees (rosbief, tartaar, ossenworst). Rauwe ham, rookvlees en bacon zijn wel veilig. Eet ook geen vacuüm gerookte vis (zalm, paling, makreel), rauwe eieren, geen drop (in drop zit glycerinezuur, waardoor je bloeddruk kan stijgen), geen kant-en-klare sauzen, soepen en aroma’s (ook hierdoor kan je bloeddruk stijgen), geen lever, drink niet meer dan vier kopjes koffie op een dag en eet geen kaas van rauwe melk (brie, camembert, roquefort).
4. Sauna tijdens de zwangerschap is gevaarlijk
Fabel. Ook als je zwanger bent kun je gerust genieten van de sauna. Beter gezegd: het is juist goed. Ontspan je en laat het zweet maar komen. Wel wordt geadviseerd om de eerste veertien weken van je zwangerschap de sauna te vermijden. Er zijn aanwijzingen dat een hoge temperatuur van de moeder in het begin van de zwangerschap mogelijk afwijkingen en miskramen kan veroorzaken. Wanneer je voor je zwangerschap niet regelmatig een bezoek bracht aan de sauna, is het niet verstandig om dat tijdens de zwangerschap wel te gaan doen. Je lichaam is namelijk niet gewend aan de temperatuurwisselingen.
5. ’s Nachts bevallen is beter
Feit. Uit onderzoek blijkt dat een bevalling ’s nachts beter en sneller gaat. Een kindje dat in de nacht is geboren schijnt minder te maken te krijgen met complicaties. Dit geldt vooral bij een eerste kind.