Soms besluit de verloskundige de bevalling in gang te
zetten. Hiervoor zijn verschillende redenen:
1. Je bent overtijd (meer dan 42 weken zwanger).
2. De vliezen zijn langer dan 24 uur geleden gebroken.
3. De baby groeit onvoldoende.
4. De placenta functioneert minder goed. Bijvoorbeeld door suikerziekte of een te hoge bloeddruk.
5. Andere redenen. Dit kunnen problemen zijn tijdens de vorige zwangerschap of bijkomende problemen tijdens de huidige zwangerschap.
Strippen
Je vliezen worden losgemaakt van de baarmoedermond. Dit heet strippen
en kan alleen gedaan worden als de baarmoedermond al wat open staat. De ingreep
is in de meeste gevallen pijnloos, maar wel gevoelig. Met het strippen probeert
de verloskundige je lichaam een beetje te helpen om de bevalling van start te
laten gaan. Uit onderzoek
blijkt dat strippen alleen zinvol is tussen de 41 en 42 weken zwangerschap.
Hoe werkt strippen?
De verloskundige probeert met
twee vingers bij de vliezen te komen en ze los te woelen van de baarmoederwand.
Na het strippen maakt je lichaam het hormoon prostaglandine aan. Dit hormoon
maakt je baarmoeder rijper. De kans dat de bevalling spontaan op gang komt is na
het strippen groter. Vooral de eerste keer strippen is vaak succesvol. Aan de
methode kleven geen risico’s. Wel kun je last hebben van onschuldig
bloedverlies en harde buiken.