De
verloskundige begeleidt je tijdens je zwangerschap en je bevalling. Maar ook na
de bevalling heeft de verloskundige nog een aantal taken. Welke? Dat lees je
hier.
Na de geboorte wordt de kleine op je borst gelegd. Een bijzonder moment. De
verloskundige houdt het bloedverlies in de gaten en helpt de vader bij het
doorknippen van de navelstreng. Vervolgens zal, indien nodig, de verloskundige
je hechten en helpen met het geven van borstvoeding.
Nageboorte
Kort nadat je baby geboren is volgt
de nageboorte of moederkoek (placenta). Dit is meestal na 10 minuten tot een
half uur. 

In de meeste gevallen moet de moeder persen om de moederkoek eruit
te krijgen, in sommige gevallen glijdt het ook gemakkelijk naar buiten. Mocht
het wat langer duren dan kan de verloskundige ook een spuit geven om dit proces
te versnellen. Mocht dit uiteindelijk niet lukken, dan zal een gyneacoloog de
moederkoek handmatig verwijderen. Dit laat een wondje achter in je baarmoeder
wat na een paar maanden herstelt zal zijn. Dit komt gelukkig niet vaak voor.
De verloskundige controleert de moederkoek op volledigheid. Het
is belangrijk dat er niets achter blijft in je baarmoeder, dit kan namelijk tot
infecties leiden.
Apgarscore
Kort na de geboorte
wordt je baby gecontroleerd. Aan je kindje wordt een cijfer tussen de 0 en 10
gegeven. Dit is de apgarscore. Dit cijfer geeft aan hoe je kindje de periode
rond de bevalling heeft doorstaan.
Samentrekken baarmoeder
Na je bevalling is het belangrijk
dat je baarmoeder goed samentrekt. De verloskundige zal hier de eerste uren na
de bevalling extra op letten. Dit doet ze door met haar vingers vlak boven je
navel op je buik te drukken. 

Het samentrekken van de baarmoeder is
belangrijk, omdat de bloedvaten die naar de placenta liepen goed moeten worden
afgeknepen om bloedingen te voorkomen.
Aankleden
Vervolgens wordt de kleine aangekleed. De verloskundige zal na ongeveer 1 à 2
uur weer vertrekken. De kraamtijd breekt aan. Een periode waarin de
kraamverzorgster jullie helpt met de verzorging van de kleine en je de kneepjes van het moeder zijn leert.
Eerste dagen na de geboorte
In de eerste zeven tot tien dagen na de geboorte bezoekt de verloskundige jou
ongeveer vijf keer. Dit doet ze om jou en je partner te ondersteunen en te
begeleiden. Ze helpt bij het geven van borstvoeding en zal de gezondheid van
jou en je kindje goed controleren. Ze let niet alleen op lichamelijke
kenmerken, maar ook op het gedrag van je kind.
Na zes weken komt de verloskundige nog eens langs voor een
laatste controle. Hier wordt de gang van zaken tijdens de zwangerschap en
bevalling besproken. Dit is het moment waarop je nog vragen kunt stellen. Zijn
er complicaties geweest, dan zal de verloskundige uitleggen welke gevolgen deze
hebben voor een volgende zwangerschap.
