Als je in verwachting bent, heb je gedurende de zwangerschap, de bevalling en na de geboorte van je kind recht op verschillende soorten verlof. Maar waar heb je nu precies recht op en wat kan je wanneer opnemen?
Zwangerschapsverlof en bevallingsverlof
Vanaf ongeveer zes tot vier weken tot je bevalling kan je zwangerschapsverlof opnemen. Na de bevalling kan je nog tien weken bevallingsverlof opnemen. Het maakt hierbij niet uit of je kind te laat of te vroeg wordt geboren.
Kraamverlof
Je partner kan na de bevalling kraamverlof krijgen. Je partner hoeft dit niet op te nemen voor de bevalling zelf en de aangifte bij de gemeente. Dit valt onder ander verlof. Kraamverlof is doorgaans voor twee dagen.
Ouderschapsverlof
Zowel jij als je partner kunnen ouderschapsverlof aanvragen. Hierdoor heb je meer tijd om je gezin te combineren met je werk. Dit kan je opnemen tot je kind acht jaar oud is.
Calamiteitenverlof Als je kind plotseling ziek wordt of je hebt complicaties tijdens je zwangerschap, dan kan je calamiteitenverlof opnemen. Ook je partner kan dit opnemen.