Borstvoeding geven is iets heel natuurlijks en vaak heel bijzonder. Toch zorgt het soms voor wat aanpassing in je leven en is het niet altijd eenvoudig. Zelfvertrouwen, geduld en een goede manier van aanleggen zijn belangrijk om van borstvoeding een succes te maken.
Sommige vrouwen komen problemen tegen bij het geven van borstvoeding. Gelukkig zijn de meeste problemen goed te verhelpen of te voorkomen.
Stuwing
Tijdens de eerste dagen na de bevalling kan stuwing in je borsten optreden. Dit is een overproductie van melk. Stuwing wordt veroorzaakt doordat de bloedvaten in je borsten wijder worden, door weefselvocht en door het op gang komen van je melkproductie. Stuwing komt het meest voor tussen dag drie en vijf na de bevalling, maar het kan ook een aantal dagen later voorkomen.
Geef je kindje de eerste dagen zoveel mogelijk de kans om bij je te drinken. Door je baby vaak aan te leggen komt de melkproductie op gang en voorkom je ernstige stuwing. Nog meer tips:
- Masseer je borsten voor en na de voeding
- Kolf moedermelk af als je baby de volheid van de stuwing niet weg gedronken krijgt.
- Let op de goede aanlegtechniek.
Heb je last van stuwing dan kunnen koude kompressen verlichting geven. Maar maak de borst een half uur voor de voeding wel weer warm. Ook een goedpassende (niet knellende) beha die voldoende ondersteuning geeft is prettig. Neem eventueel paracetamol (zonder toevoegingen) in.
Stuwing mag niet te lang duren omdat het dan kan leiden tot beschadiging van de melk producerende cellen, waardoor er minder melk wordt gemaakt. Bovendien verhoogt ernstige stuwing de kans op een borstontsteking.
Tepelkloven
Een tepelkloof is een pijnlijk scheurtje in de tepel of tepelhof. Vooral tijdens het voeden zijn de kloven pijnlijk. Sommige vrouwen vinden de pijn zo hevig dat ze stoppen met het geven van borstvoeding. In veel gevallen worden de kloven veroorzaakt door het verkeerd aanleggen van de baby. Door je baby op de juiste manier aan te leggen en je tepels goed te verzorgen zullen de kloven minder worden.
Een aantal tips:
- Verbeter de aanlegtechniek
- Smeer na het voeden een druppel melk uit en laat de tepel drogen aan de lucht. Je eigen melk bevat genezende stoffen.
- Voedt niet minder, maar leg je baby vaker en korter aan.
- Begin het voeden met de minst pijnlijke borst.
- Voedt in verschillende houdingen zodat de tepel op verschillende punten belast wordt.
Wanneer je borstvoeding geeft is het zeer belangrijk om je borsten schoon te houden. Draag een katoenen beha en verschoon je beha regelmatig. Was je borsten voor en na de borstvoeding met lauw water en laat je tepels aan de lucht drogen.
Borstontsteking
Bij vrouwen kan een borstontsteking, ook wel mastitis genoemd, na de bevalling of later in de borstvoedingsperiode voorkomen. Een borstontsteking is een ontsteking in de borst, die in veel gevallen wordt veroorzaakt door bacteriën. Borstontsteking kan ook voorkomen bij vrouwen die geen borstvoeding geven. De aandoening is vaak erg pijnlijk.
Een borstontsteking kan ontstaat door verstopte melkkanalen, een kapotte tepel, het niet goed leegmaken van de borst, stress, vermoeidheid of een te strak zittende beha.
Symptomen van een borstontsteking zijn:
- Hoofdpijn
- Plotseling hoge koorts
- Spierpijn
- Een rode pijnlijke plek op de borst
- Grieperig gevoel
Een borstontsteking kun je behandelen door de melkdoorstroming te bevorderen. Dit doe je door je baby vaak aan te leggen. Bovendien is een juiste aanlegtechniek van groot belang. Een borstontsteking kan met rust, goed leegdrinken en zo nodig ijsapplicaties binnen twee dagen genezen. Zijn de symptomen niet binnen 24 uur verdwenen en is er sprake van hoge koorts neem dan contact op met de huisarts. Hij of zij zal dan waarschijnlijk antibiotica voorschrijven. Het staken van borstvoeding is niet nodig of wenselijk.
De juiste aanlegtechniek en een goede hygiëne kan borstontsteking bij vrouwen die borstvoeding geven helpen voorkomen.