De eerste week na de geboorte van je zoon of dochter komt een verloskundige of een medewerker van het consultatiebureau bij je langs voor de hielprik. Vaak wordt dit gecombineerd met de controle van het gehoor van de baby.
De hielprik wordt gedaan met een speciaal apparaatje. Er worden een paar druppels bloed afgenomen om zeventien zeldzame maar ernstige aandoeningen te onderzoeken. Denk hierbij aan aandoeningen van de schildklier en de bijnier, verschillende stofwisselingsziekten en een bloedziekte (sikkelcelziekte). Vaak zijn deze ziekten erfelijk.
Dit onderzoek is zeer belangrijk omdat als deze aandoeningen niet tijdig worden behandeld, dit ernstige gevolgen kan hebben voor de mentale en fysieke gezondheid van je kind. Als ze op tijd geconstateerd worden, kunnen ze via medicijnen of een dieet behandeld worden.
Het is belangrijk dat de hielprik dus tijdig plaatsvindt. Als er na vijf dagen nog niemand is langsgeweest, neem dan contact op met de Jeugdgezondheidszorg.