Sommige ouders en grootouders openen bij de geboorte van hun (klein) kind een spaarrekening. Elke maand sparen ze een vast bedrag voor hun kind. Bijvoorbeeld voor de studie, rijbewijs of voor de 18e verjaardag.
Maar hoe openen je een spaarrekening voor je (klein) kind en waar moet je opletten?
Verschillende banken en verzekeraar springen in op deze vraag. Ze bieden verschillende spaarproducten aan voor jonge ouders en grootouders.
Hoeveel spaar je?
Het is belangrijk van te voren te bepalen hoeveel je maandelijks wilt sparen. Wat wil en kun je maandelijks missen? Wil je elke maand een vast bedrag sparen? Sommige ouders kiezen ervoor om de kinderbijslag apart te zetten. Maar dit kan natuurlijk alleen als je het bedrag maandelijks kan missen.
Welke spaarvorm kies je?
Er zijn verschillende spaarrekeningen. Wanneer en hoeveel je spaart bepaal jij. Welke spaarrekening je kiest hangt af van het rentepercentage en de termijn waarop je over het spaargeld wilt beschikken. Zo kun je ervoor kiezen om het spaarbedrag gelijk op te vragen of het geld voor een langere periode vast te zetten. Wanneer je het spaartegoed voor langere periode vast laat zetten ontvang je vaak een hogere rente.
Ook is er bij sommige spaarrekeningen een minimuminleg verplicht. Er zijn drie verschillende mogelijkheden voor de termijn waarop je over het gespaarde bedrag kunt beschikken.
- Het tegoed wordt voor een bepaalde termijn, bijvoorbeeld één, twee of vijf jaar, vastgezet.
- Het tegoed is boetevrij opvraagbaar, met inachtneming van een bepaalde termijn.
- Het tegoed is maandelijks tot een bepaald bedrag boetevrij op te nemen.
Eenmalig een bedrag schenken
Sommige ouders of grootouders willen hun (klein) kinderen af en toe of eenmalig een geldbedrag schenken. De ontvanger moet over schenkingen boven de vastgestelde vrijstelling belasting betalen.
Deze vrijstellingen bedragen over 2011:
- voor kinderen van de schenker € 5.030 per jaar;
- voor kinderen van 18 tot 35 jaar eenmalig € 24.144;
- voor anderen (bijvoorbeeld kleinkinderen) € 2.012 per jaar. Deze vrijstelling vervalt als de verkrijging hoger is dan € 2.012 per jaar.
(Bron: Nibud)