Er wordt vaak aangeraden om zo veel mogelijk tegen je baby te praten, ook al is het veel te vroeg voor een echt ‘gesprek’. Zo leert je kindje namelijk wel goed spreken op latere leeftijd, groeit het beter en ontwikkelen de hersenen zich goed.
Nu is er nog een reden ontdekt dat praten tegen je baby voordelen heeft. Baby’s kunnen namelijk in de spraak van volwassenen bedoelingen en voornemens herkennen die verder niet zichtbaar zijn.
Een onderzoek van de Universiteit van New York en de McGill Universiteit werpt een nieuw licht op hoe vroeg in ons leven we taal gebruiken om meer te weten te komen over situaties die verder gaan dan onze directe persoonlijke ervaringen.
Gesproken taal
“Veel van wat we weten komt niet van onze eigen ervaringen, maar van indirecte bronnen: boeken, nieuwsmedia, en gesprekken”, zegt Athena Vouloumanos, assistent professor aan de NYU en een van de onderzoekers. “Nu blijkt dat baby’s op ongeveer dezelfde manier informatie oppikken: door taal, of preciezer gezegd, gesproken omschrijvingen van fenomenen die ze niet zelf gezien (kunnen) hebben.”
In het onderzoek werd geprobeerd vast te stellen of kindjes van één jaar begrepen dat gesproken taal kan iets communiceren over de bedoelingen van een persoon. Om dit te onderzoeken deden volwassenen een soort toneelstukje voor de baby’s. Eén volwassene, de spreker, probeerde een ring op een stapel te leggen. De stapel was echter net buiten bereik, waardoor de actie niet lukte. Een andere volwassene, de ontvanger, stond wel binnen bereik van de stapel.
Aan de hand van verschillende scenario’s zei de spreker soms een fantasiewoord tegen de ontvanger, en soms alleen maar een kuch. De ontvanger reageerde door soms de ring soms op de stapel te leggen, en soms door een onverwachte handeling uit te voeren zoals de ring ergens anders neer te leggen.
Baby’s en communicatie
Bij de baby’s werd gemeten hoe lang ze naar de uitkomst van een scenario keken. Bij de normale poging tot communicatie (die met het fantasiewoord), is de verwachte uitkomst dat de ontvanger de ring op de stapel legt. Met het fantasiewoord heeft de spreker zijn bedoeling dan succesvol gecommuniceerd.
Bij een onverwachte uitkomst, zoals wanneer de ontvanger na de communicatie met het fantasiewoord de ring ergens anders neerlegt, blijft een baby langer kijken omdat hij/zij de uitkomst niet begrijpt.
Doordat de baby’s kort keken naar de verwachte uitkomsten, en langer naar de verrassende uitkomsten, bleek dat zij begrepen dat de spreker zijn bedoeling communiceerde met taal. Bij een kuch keken de baby’s net zo lang naar de ene uitkomst als naar de andere. Blijkbaar begrepen ze dat een kuch niets communiceert.
“Als wij als volwassenen mensen horen spreken, begrijpen wij dat deze personen informatie uitwisselen, zelfs als we de taal niet begrijpen.
Dat geldt ook voor baby’s”, zegt onderzoeker Kristine Onishi. “Zelfs als ze de betekenis niet snappen van een woord, zoals ons fantasiewoord, realiseren ze zich dat woorden informatie kunnen geven en een kuch niet.”
Vouloumanos voegt toe: “Baby’s kunnen deze vaardigheid, waarvan we niet wisten dat ze hem hadden, gebruiken om inzicht te krijgen in andere mensen, waardoor ze zich ontwikkelen tot intelligente sociale wezens.”