Het is al langer bekend dat de bloedtest waarschijnlijk de
vruchtwaterpunctie gaat vervangen. Toch kan het nog even duren voordat de test ook
echt gebruikt gaat worden, maar de laatste experimenten zijn hoopgevend.
De bloedtest is een veiliger alternatief om een foetus op het Down syndroom te
testen dan een vruchtwaterpunctie. Een vruchtwaterpunctie spoort het
downsyndroom ook op, maar brengt risico’s met zich mee. Bij dit onderzoek wordt
er een dunne naald in de baarmoederwand gebracht. Vervolgens wordt er ongeveer twintig
procent vruchtwater opgezogen. De punctie duurt ongeveer een paar minuten. De
kans op een miskraam bij een vruchtwaterpunctie is 0,5%.
Chromosoomafwijking
Wanneer je ouder dan 36 jaar bent is de kans op een kindje met een
chromosoomafwijking (bijvoorbeeld het syndroom van Down) hoger dan wanneer je
op eerdere leeftijd zwanger raakt. Baby’s met het downsyndroom hebben
een extra versie van chromosoom 21. Dit veroorzaakt fysieke en verstandelijke
problemen. Doordat het DNA van de baby via de placenta ook in aanraking komt
met de moeder kan een bloedtest uitwijzen of de baby het Down syndroom heeft.
Laatste experimenten
De onderzoekers onderzochten 53 zwangere vrouwen. Uit dit onderzoek kwam naar
voren dat de bloedtest de vruchtwaterpunctie in 98 procent van de gevallen
overbodig maakt. De test heeft een accuraatheid van ongeveer 97 procent.