De helft van de kinderen wordt niet goed vastgemaakt in de auto. Dat blijkt uit een onderzoek van het Belgische Instituut Voor de Verkeersveiligheid (BIVV). Eén op de tien kinderen kleiner dan 135 wordt zelfs helemaal niet vastgemaakt.
Het is de eerste gedragsmeting die door het BIVV werd uitgevoerd met betrekking tot de veiligheid van kinderen in de auto en het gebruik van kinderbeveiligingssystemen.
Het percentage kinderen dat helemaal niet wordt vastgemaakt in de auto, neemt toe met de leeftijd. Van de peuters jonger dan drie jaar wordt 3 tot 5 procent niet vastgeklikt, bij kinderen tussen de 3 en 7 jaar oud is dit 11 procent en bij kinderen ouder dan acht jaar zit meer dan 20 procent niet vast in de auto.
De voornaamste redenen die door de bestuurders worden opgegeven om het verkeerde gebruik van de kinderbeveilingssystemen te verklaren, zijn:
- Gebrek aan aandacht, bijvoorbeeld tijdsdruk, het gaat om een klein stukje (24%)
- Problemen met de kinderbeveiligingssystemen, te ingewikkeld systeem (21%)
- Te weinig ruimte, door teveel aan bagage of vervoer van meerdere passagiers (13%)
- Beter comfort voor het kind, riempjes minder strak aanspannen, dikke kleding (7%)
De voornaamste vormen van verkeerd gebruik zijn:
- Het autostoeltje is verkeerd gemonteerd
- Het autozitje staat in de verkeerde positie. Het staat bijvoorbeeld tegen de rijrichting in terwijl het met de rijrichting mee is geïnstalleerd.
- Een foutieve bevestiging van het kind in het autostoeltje (speling in de veiligheidsgordel of veiligheidsgordel achter de rug).
Gebruiktips autostoeltje
- Lees de gebruiksaanwijzing van het babyautostoeltje goed door.
- Na de montage mag het autozitje nog maar een beetje speling hebben in voor- en zijwaartse richting.
- Zorg dat de airbag uit wordt geschakeld als je kindje in een autostoeltje op de bijrijdersplek zit.
- Vervoer kinderen tot één jaar (het liefst tot 18 maanden) tegen de rijrichting in. De nek van kinderen jonger dan 18 maanden is namelijk nog niet volledig ontwikkeld en kan schokken niet goed opvangen.
- De ruimte tussen je kindje en de gordels moet maximaal twee vingers zijn.
- Laat de kleine niet thuis in het autostoeltje slapen.
- Je kindje is te groot voor het stoeltje als de bovenkant van de oren boven de rugleuning uitkomt of als het aangegeven gewicht is overschreden. Het is geen probleem als de beentjes over de rand heen steken.
- Is je kindje te zwaar, til de kleine dan niet met het autostoeltje en al uit de auto, maar laat het stoeltje in de auto staan en haal je kindje daar uit.
Lees ook:
–Ruim veertig procent van de kinderen maakt gordel los tijdens het rijden