Het risico op een baby met aangeboren afwijkingen is groter als een vrouw
tijdens de zwangerschap epilepsiemedicijnen gebruikt. Dat meldt de Telegraaf.
Uit een internationaal onderzoek onder 4500 zwangere vrouwen blijkt dat hoe
hoger de medicinale dosis is, hoe hoger de kans op een aangeboren afwijking.
Onderzoek
Voor het onderzoek registreerden de wetenschappers de gezondheid van ruim 4.400
baby’s tot ze één jaar oud waren. Bijna 90 procent van
de baby’s is in de baarmoeder blootgesteld aan een van de vier meest gebruikte
epilepsiemedicijnen (carbamazepine, lamotrigine, valproaat, fenobarbital). 230
baby’s werden geboren met een ernstige aangeboren afwijking zoals een
hartafwijking of een open ruggetje.
Verschillen in medicatie
Tussen de diverse epilepsiemedicijnen bestaat een groot verschil. De
onderzoekers stellen dat vrouwen die lamotrigine gebruiken de minste kans (2
procent) hebben op een baby met een aangeboren afwijking, terwijl zwangere
vrouwen die valproaat gebruiken, juist hoge kans (23 procent) hebben op een
ongezond kind.
Geen medicijnen
Maar betekent dit dat je helemaal moet stoppen met het slikken van
epilepsiemedicijnen? Nee, epileptische aanvallen kunnen tenslotte ook een
gevaar vormen voor moeder en kind. ‘Neurologen moeten zwangere vrouwen dus het
middel voorschrijven dat als beste de aanvallen vermindert. Uit ons onderzoek
blijkt wel dat artsen hun best moeten doen om de dosis zo laag mogelijk te
houden’, stelt hoogleraar medische genetica prof.dr. Dick Lindhout van het UMC
Utrecht.