Verloskundigen bekijken momenteel of ze lachgas weer in kunnen voeren als
pijnbestrijding bij de bevalling. Er zijn al verschillende experimenten
succesvol uitgevoerd. Nu kiezen nog veel vrouwen voor een ziekenhuisbevalling
omdat ze dan eventueel een ruggenprik kunnen krijgen. De ruggenprik kan alleen
door een anesthesist worden gezet. Terwijl lachgas ook door de verloskundige
mag worden toegediend.
Het gebruik van lachgas tijdens de bevalling is niet nieuw.
Vroeger werd dit ook gebruikt, maar men stopte hiermee vanwege de mogelijke
negatieve effecten op de gezondheid van vrouwelijke zorgverleners. Inmiddels
heeft een studie van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen
(KNOV) aangetoond dat lachgas zonder gevaar voor het personeel toegediend kan
worden in afgesloten ruimtes. Wel moet er een goede ventilatie en afvoer zijn.
Onlangs werd al bekend dat ziekenhuizen extra kraamkamers
bouwen om het toegenomen aantal ziekenhuisbevallingen aan te kunnen. De KNOV
verwacht dat vrouwen in de toekomst eerder geneigd zijn om onder begeleiding
van een verloskundige te bevallen, bijvoorbeeld in een geboortecentrum, als ze
daar ook pijnbestrijding kunnen krijgen. In een geboortecentrum kunnen vrouwen
onder begeleiding van een verloskundige bevallen.
In het buitenland wordt al veel gebruik gemaakt van lachgas.
Het gas, dat de vrouwen via een masker krijgen toegediend, zorgt voor
verlichting van de pijn. De Inspectie voor de Gezondheidszorg en het Ministerie
van Volksgezondheid kijken nu naar de herinvoering van lachgas als
pijnstilling. Zorgverzekeraars staan er in ieder geval al positief tegenover,
aldus de KNOV.