Ondanks dat vaak wordt aangenomen dat slimme mensen
automatisch slimme kinderen zullen krijgen, hoeft dit helemaal niet zo te zijn.
Intelligentie wordt namelijk slecht deels bepaald door erfelijkheid. Dit
ontdekten wetenschappers die het bloed van 3500 Engelsen en Schotten
onderzochten. Samen waren zij goed voor zo’n half miljoen genetische stukjes
DNA.
Na een bloedanalyse en een intelligentietest bleek dat 40
procent van de mogelijkheid om kennis en vaardigheden aan te leren, bepaald
wordt door de genen. De vaardigheid om te redeneren en abstract te denken, is
voor 51 procent afhankelijk van de genen.
De rest van de intelligentie wordt bepaald door de omgeving
waarin je kindje opgroeit, zoals de mensen waarmee je kindje wordt omringd, de
school waar het later naartoe gaat en de ervaringen die het opdoet.