De medische zorg voor kinderen met het syndroom van Down is enorm verbeterd. Dat blijkt uit een onderzoek van het VU medisch centrum. Vergeleken met andere landen worden in Nederland relatief veel kinderen geboren met het Downsyndroom.
Kennis verbeterd
De kennis over luchtweginfecties, couliakie en andere aandoeningen met een verhoogd risico bij het syndroom van Down is het afgelopen decennium verbeterd. Dit verbetert de medische zorg bij kinderen met het syndroom van Down. Ook wordt er nu sneller ingegrepen bij hartafwijkingen en overleven meer kinderen met het Downsyndroom.
Aangeboren hartafwijking
Van de Nederlandse kinderen met het syndroom van Down, geboren tussen 2003 en 2006, heeft bijna de helft een aangeboren hartafwijking. Tegenwoordig worden deze kinderen veel sneller geopereerd, waardoor er steeds minder kinderen met het Downsyndroom overlijden.
Relatief veel kinderen met Down
Naar schatting worden er in Nederland 300 kinderen per jaar met Down geboren. Een verklaring hiervoor is volgens kinderarts en onderzoeker Michel Weijerman het hoge aantal zwangere vrouwen in Nederland boven de 35 jaar, en het lage percentage van zwangeren dat gericht prenataal onderzoek laat doen. In 2009 onderging 26 procent van de Nederlandse zwangere vrouwen een prenataal onderzoek gericht op het ontdekken van Down. In de rest van Europa was dat 80 procent.
Invoering bloedtest
Met de invoering van de bloedtest verwacht Weijerman dat er meer vrouwen prenataal onderzoek gaan doen in de toekomst. Er zal dan geen risicovolle vlokkentest of vruchtwaterpunctie nodig zijn. Maar ondanks deze invoering verwacht hij toch dat oudere, hoogopgeleide Nederlandse vrouwen die zwanger zijn van een kindje met Down de zwangerschap niet zullen afbreken. Zij kiezen bewust voor een kind.
Lees ook:
–Alles over de vruchtwaterpunctie