Vrouwen die via ivf zwanger raken hebben meer kans op een jongen. Dat is de conclusie van een Australisch onderzoek.
De onderzoekers analyseerden 14 000 geboortes, waaronder baby’s die door ivf geboren waren. Van deze baby’s was 56 procent een jongen en 44 procent een meisje.
IVF (in-vitrofertilisatie) is een complexe voortplantingstechniek. De cyclus van de vrouw wordt bij ivf nagebootst door middel van medicijnen. Hierdoor gaan meer eicellen rijpen. Nadat de eicellen groot genoeg zijn worden ze met een naald via de vagina uit de eierstok opgezogen. Vervolgens wordt de sperma van de man in het laboratorium bij de eicellen geplaatst.
Bij ICSI is de kans op een meisje juist groter (51 procent). ICSI is ook een vorm van kunstmatige bevruchting, waarbij één zaadcel direct in de eicel wordt gespoten, dwars door het sterke omhulsel van de eicel.
Via de natuurlijke weg zijn de verhoudingen weer anders. Hier is gemiddeld 51 procent van de baby’s een jongen en 49 procent een meisje.
De onderzoekers laten weten dat koppels die perse een jongen of meisje willen niet moeten kiezen voor de techniek waarbij ze statistisch gezien meer kans maken op het geslacht dat ze willen. Mensen moeten kijken bij welke techniek ze de meeste kans maken op een kindje.
Bron: Gezondheidsnet.nl