Het geslacht van jullie baby ligt vast in de chromosomen. De chromosomen zijn samen met de genen de dragers van allerlei erfelijke eigenschappen. Van elk chromosoom hebben we er twee, uitgezonderd de eicel en de zaadcel. Deze hebben van ieder chromosoom maar één deel.
Na de bevruchting, als de eicel en de zaadcel samensmelten, ontstaat er weer een nieuwe cel. Deze heeft weer van ieder chromosoom twee
delen.
De chromosomen die het geslacht van jullie baby bepalen zijn de X en de Y chromosoom. Vrouwen hebben alleen X chromosomen, XX dus. Mannen
hebben een X en een Y chromosoom. Deze combinatie is dus XY.
De eicel heeft automatisch een X chromosoom. De zaadcel daarentegen kan een X of een Y chromosoom zijn. Bij de bevruchting is het dus maar net door welke zaadcel de eicel bevrucht wordt. Als de eicel door een zaadcel met een Y chromosoom bevrucht wordt, dan wordt het een jongetje. Wordt de eicel door een X chromosoom bevrucht, dan krijgen jullie een meisje.
Of jullie een jongen of meisjes krijgen, is ongeveer vanaf twintig weken te zien op de echo.