Er is sprake van een stuitligging als de baby gedraaid in de baarmoeder zit. Als de baby via de normale weg geboren wordt, zal dus niet eerst het hoofdje naar buiten komen maar het stuitje. Het overgrote deel van de baby’s ligt aan het einde van de zwangerschap met het hoofdje naar beneden. In de meeste gevallen kan niet direct aangetoond worden waarom de baby in stuit ligt. Voorkomende redenen zijn onder andere een teveel aan vruchtwater, een slappe buikwand en de vorm van de bekken.
Men onderscheidt drie soorten stuitliggingen:
- Een volkomen stuitligging: de baby ligt met de voetjes naar beneden
- Een onvolkomen stuitligging: de baby ligt met de voetjes naar boven
- Een half onvolkomen stuitligging: de baby ligt met een voetje naar boven en een voetje naar beneden.
Op het moment dat je baby in stuit ligt en het niet vanzelf draait dan wordt je ‘medisch verklaard’. Dit betekent dat je je controles voortaan in het ziekenhuis gaat doen. Ook de bevalling zal dan in het ziekenhuis plaatsvinden.
Wanneer een stuitligging vroeg genoeg wordt ontdekt, kan een verloskundige of gynaecoloog de baby met de handen proberen te kantelen. Voordat dit gebeurt, wordt er een echo gemaakt om te bepalen of draaien mogelijk is. Men let dan onder andere op de ligging van je baby en de hoeveelheid vruchtwater. Het meest geschikte moment om de baby te draaien is bij een zwangerschap van 36 weken. Lukt het draaien niet, dan kun je vaak nog steeds via de natuurlijke weg bevallen. Dat is ter beoordeling van de gynaecoloog. Een stuitbevalling vindt altijd in een ziekenhuis plaats. Bij één op de drie stuitliggers vindt alsnog een keizersnede plaats.
Voor ouders is de keuze voor een natuurlijke stuitbevalling en een keizersnede vaak lastig. Er circuleren veel verschillende onderzoeken over het risico voor het kind en de moeder. Laat je goed voorlichten door je gynaecoloog.