Als je ongeveer dertig weken zwanger bent steekt het
vaak de kop op: nesteldrang. De stofzuiger draait overuren, want de vloer moet
klinisch schoon zijn. De keukenkastje worden leeggehaald en schoongemaakt, en
zelfs achter de bank is geen stof meer te bekennen. En de schuur? Die wordt na
al die jaren grondig onder handen genomen. Kortom, alles moet schoon zijn voordat
de baby komt.
In de zevende maand van de zwangerschap kun je zomaar overvallen worden door
deze enorme opruimingsdrang. Waar komt dit opeens vandaan?
Niet alle vrouwen hebben er last van, maar de meeste wel. Opeens is het van
levensbelang dat de ramen schoon zijn gemaakt en de gordijnen in huis gewassen.
Je ‘nest’ moet schoon zijn voor als de baby komt.
Volgens wetenschappers komt dit door bepaalde hormonen. Het gevoel zit er door
de natuur ingebakken. Moeders willen een goede omgeving voor hun baby creëren.
Je ziet het ook bij dieren.
Maar geef nu zelf toe: een schoon en opgeruimd huis geeft toch rust in je
hoofd? Een schoon huis is heerlijk. En straks als de baby er is zal je niet
snel meer de zolder opruimen of de keukenkastje voorzien van een nieuw kleurtje.
Let er wel op dat je niet teveel hooi op je vork neemt. Laat je partner de
zware klussen doen, zoals het lappen van de ramen en het ophangen van planken.